maandag 18 oktober 2010

Michel van der Aa: mag er iets meer muziek in?

De Wereld Draait Door van 13 oktober leverde een tweede miniopera op: 'With my ear on the ground', over de mijnwerkers in Chili. Zo ontdekte ik Michel van der Aa. Hij is een zeer jonge en tegelijk veel gelauwerde componist. Zijn opera Afterlife werd in 2006 en in bewerkte vorm in 2009 opgevoerd in Amsterdam en was een instant succes; dat wil zeggen binnen de kleine kring van muziekliefhebbers die een open oor hebben voor moderne muziek. Biijzonder aan zijn werk is dat Van der Aa de zaken multimediaal aan pakt. Hij combineert de muziek met live beelden (opera dus) en film. Dat maakt de muziek vaak extra spannend. 

Mooie muziek is al volop gemaakt door grote maar dode componisten

Op zijn website heeft Michel van de Aa fragment van zijn werk gezet. Daar heb ik een uurtje voor uitgetrokken en ik moet zeggen: "ik ben onder de indruk. Binnenkort wil ik zijn werk een keer live horen en zien. Want het is beslist meer dan piep-knor muziek. Het fragment van 'Mask' bijvoorfbeeld begin heel esotherisch, maar krijgt gaandeweg meer spanning. Ik weet niet of er beelden bij horen, maar ik kan me tv-series voorstellen die van deze muziek erg op zouden knappen. Bij Spaces of Blank wordt ik al iets ambivalenter. De prachtige stem van mezzosopraan Christianne Stotijn maakt veel goed, maar de voortdurende hoge uithalen op momenten dat er net iets harmonisch in de muziek lijkt te komen, storen me toch wel. Voor mensen met een geoefend oor is de muziek van Van der Aa op z'n minst boeiend en interessant, maar ik vind het zelden echt mooi. Misschien wil hij helemaal geen mooie muziek maken - dat hebben al die grote dode componisten immers al gedaan - maar ja, dan blijft zijn muziek wel voorbehouden aan een kleine elite.

Eén romantische regel van Nico Dijkshoorn en een paar grillige uithalen van laag naar hoog

In De Wereld Draait Door miste Van der Aa een kans voor open doel. Het gesprek was leuk, Tania Kross was zoals altijd weer enthousiast en ontwapenend, de beelden waren spannend en Thom Hoffmann viel te prijzen omdat hij zijn werk op het laatste moment moest overdoen doordat de geluidsopname was mislukt (!). Maar de muziek.. ja waar was die eigenlijk? Die ene romantische regel tekst van Nico Dijkshoorn ging voor mij volledig de mist in door een paar grillige uithalen van laag naar hoog en omgekeerd. Zodat ik uiteindelijk bleef zitten met de vraag: mag er volgende keer alsjeblieft een beetje muziek in zitten?
Van het minuutje Sabrina Starke in dezelfde uitzending van DWDD heb ik aanzienlijk meer genoten.

Kijk naar het fragment van de miniopera op www.ontdekklassiek.nl

woensdag 13 oktober 2010

Waarom gaan jongeren niet naar klassieke concerten?

In mijn concertterritorium is de gemiddelde leeftijd van de bezoekers minstens 68 jaar. In Rotterdam, De Doelen, valt het nog mee. Daar schat ik het op 64. In Den Haag op 67 en in Amsterdam op 72 jaar. Echt jonge concertbezoekers zie je er bijna niet. Hooguit eentje aan de hand van oma of opa. Hoe komt dat en wat kunnen orkesten en zaaldirecties er in dezer moeilijke tijden aan doen om het publiek eens echt te verjongen?

In Engeland worden elk jaar gedurende 3 maanden de BBC Proms  concerten gehouden. Vanuit het hele land – en vanuit het buitenland – worden ze bezocht door muziekliefhebbers van alle leeftijden. Grote orkesten en beroemde dirigenten en solisten zijn er van de partij. Alle klassieke genres, van echt oude muziek in authentieke uitvoeringen, tot hedendaags werk, vaak ook premières van recente composities. Toch blijft de rest van het jaar het jonge publiek ook in Engeland weg. In de fraaiste nieuwe muziekcentra zoals in Birmingham, Manchester en Glasgow, is het publiek al even oud als hier.
Versterk de muziek elektronisch en serveer er een biertje bij!
Een hedendaagse componist, Jonathan Harvey, heeft nu in Engeland de knuppel in het hoenderhok gegooid. ‘Maak concerten minder formeel, laat bezoekers rondlopen en een biertje drinken en versterk de muziek elektronisch, zodat ze meer op rockconcerten gaan lijken’, is zijn betoog. Je kunt je voorstellen dat de discussie in de serieuze bladen en kranten niet uitblijft. Richard Morrison, chef crititicus van de Times betoogt in BBC Music Magazine dat er voor de ideeën van Harvey veel te zeggen is, maar dan in experimentele vorm. Wie van een concert wil genieten zonder gestoord te worden door rondlopende en kletsende bezoekers – hooguit door gekuch en geproest -  moet ook bediend blijven worden, vind Morrison. Maar dat biertje wil hij best drinken tijdens het concert…
Kan er iets gedaan worden aan de lengte van de muziekstukken?

De vraag is: komt er in Nederland ruimte om structureel te experimenteren met klassieke muziek, zodat de programma’s aantrekkelijker worden voor jongeren? Kan er wat gedaan worden met de lengte van de uitgevoerde stukken? Kunnen concerten informeler worden, met swingende toelichtingen, begeleiding van filmbeelden, elektronisch versterkte effecten, etc? Als je kijkt naar de belangstelling en het enthousiasme van het gemêleerde publiek tijdens Uitmarktconcerten en Prinsengrachtconcert – om nog maar te zwijgen over tal van regionale initiatieven – dan moeten er kansen zijn voor vernieuwing.
Zou het in deze tijd van crisis en bezuinigingen niet aardig zijn als de grote gezelschappen en de zaaldirecties zich eens over dit soort vragen zouden buigen?

maandag 11 oktober 2010

Cultuursubsidies: stompzinnig besluit

In het regeerakkoord van de nieuwe rechtse minderheidsregering staat een hele korte cultuurparagraaf. Het begint hoopgevend, want de eerste zin luidt:

“De overheid schept condities op het gebied van kunst en cultuur die de kwaliteit verhogen ende toegankelijkheid waarborgen. Uitgangspunt is dat in alle regio’s een hoogwaardig cultureel aanbod blijft bestaan.”

Vervolgens komt het ware gezicht van de mannetjes Rutten en Verhagen boven, nog geaccentueerd door het geval Wilders in de achtergrond. Want ze houden niet van cultuur, dat is duidelijk. Tenzij het om André Hazes, Jan Smit of Frans Bauer gaat, natuurlijk. En verdienen, getuige de zinsnede:

“Er komt meer aandacht voor de verdiencapaciteit van cultuur.”

Afschaffing van de Cultuurkaart zet de kunsten voor minstens 20 jaar op achterstand
De narigheid begint pas echt bij de tweede bullit:

“De cultuurkaart en de innovatie- en matchingregeling worden geschrapt.” Vooral dat eerste is ernstig, want de cultuurkaart is bestemd voor scholieren, die hiermee via hun opleiding in aanraking kunnen komen met allerlei vormen van cultuur. Het gaat om € 15 per scholier, een schijntje, maar de afschaffing ervan zet Nederland in cultureel opzicht direct op een gegarandeerde achterstand van tenminste 20 jaar.
Drie orkesten, een koor, een muziekbibliotheek en een educatiecentrum: met één pennestreek weggevaagd
Voor muziekliefhebbers, of zij die het kunnen worden, zit de narigheid in de Mediaparagraaf. In één regel  wordt een belangrijke pijler onder de muziekbeleving in Nederland onderuitgehaald: “Het muziekcentrum voor de omroep wordt afgeschaft,” staat er plompverloren. Even voor de helderheid: het gaat hier om drie orkesten, een koor, een muziekbibliotheek en een educatiecentrum. Voor de betrokkenen komt dit onheilspellende regeltje als een donderslag bij heldere hemel. Geen enkel signaal vooraf, geen overleg niets. De tijd (hoe kort ook) dat de overheid met burgers in overleg wilde gaan en/of naar ze wilde luisteren is kennelijk voorbij. Hopelijk maar voor heel even. Lang kan het niet duren, want barbarij stuit onherroepelijk op verzet, dat leert de geschiedenis.
Op de actiesite van het MCO (http://www.mco.nl/mco_page/actie) hebben al meer dan 17.000 cultuurliefhebbers hun reactie gegeven. Maar de echte reactie – die ook het meest zoden aan de dijk zet – kunnen we in maart 2011 geven. Dan kiezen we voor de Provinciale Staten, die op hun beurt de Eerste Kamer kiezen.

Mike Bisschops